Het is soms een hele kunst om het juiste scharnier te vinden. Er zijn zoveel toepassingen: binnendeuren, buitendeuren, tuindeuren, poorten, keukenkastjes, ga zo maar door. In dit artikel scheppen we orde in de verschillende typen scharnieren.
Bij binnendeuren stelt u zich eerst de vraag of het om een stompe deur of om een opdekdeur gaat. Bij een stompe deur valt het scharnier volledig weg in de deurpost. Hij heeft daarvoor wel wat meer sponningdiepte nodig dan een opdekdeur. Een opdekdeur is niet aan een minimum dikte gebonden aangezien deze met zijn rand over de deurpost valt.
Bij een stompe deur gebruikt men meestal drie scharnieren die dubbellids zijn en vijf knopen hebben. Deze worden bijeen gehouden met een scharnierpen.
De opdekdeur vraagt doorgaans om afstelbare inboor-paumellescharnieren. Het bovenste deel van dit tweedelige scharnier wordt in een voorgeboord gat in de deur gedraaid. Het onderste deel gaat in het deurkozijn.
Bommerscharnieren zijn scharnieren met een ingebouwde veer waardoor de deur dicht valt zonder lawaai te maken. De scharnieren worden gebruikt bij tochtdeuren, klapdeuren, salondeuren en baliedeuren. Dit zijn doorslaande deuren.
Als u scharnieren voor de buitendeur zoekt, kiest u altijd dubbelbladige scharnieren met vijf leden of knopen. Omdat de buitendeur vaak zwaar is zijn dubbellids scharnieren de beste keus. En als ze ook nog gelagerd zijn, zit u vast en zeker goed.
Bij deze kogellager-scharnieren is het zo dat de middelste knopen rondom de scharnierpen worden ondersteund door een kogellager of een nylonring. Deze zorgen ervoor dat de deur soepel draait en niet als een kluisdeur open- en dichtgeduwd hoeft te worden.
Er zijn nog tal van andere scharnieren denkbaar dan die voor binnen- en buitendeuren. Hieronder volgt een kort overzicht van de meest voorkomende draaibare delen en welke scharnieren ervoor nodig zijn.